Afsplitsing van Ethereum

Sinds Satoshi Nakamoto in 2008 zijn (of haar) whitepaper publiceerde over de werking van Bitcoin, zijn er talloze andere cryptocurrency’s ontwikkeld. Bekende altcoins (alternatieve crypto-activa) zijn onder meer Ethereum, Litecoin, Polkadot, Bitcoin Cash, Cardano, Dodgecoin, Tether, Stellar, Monero, Chainlink, ZCash, VeChain, Binance Coin, DigiByte, Solana, Tron, Polygon, EOS, NEM, Dash, Storj, Tezos, Decred en Stacks. Begin 2022 waren er wereldwijd ongeveer zo’n 12.000 verschillende crypto-coins. De wijze waarop met deze cryptocurrency’s transacties kunnen worden uitgevoerd, is afhankelijk van het achterliggende blockchainnetwerk. Ethereum Classic (ETC) is een cryptomunt die in 2016 afsplitste van de Ethereum-blockchain.

 

Wat is het verschil tussen Ethereum Classic en Ethereum?

Proof of Work en EVM-bytecode

Aanval op The DAO en afsplitsing van Ethereum

51%-aanvallen bij Ethereum Classic

Welke upgrades werden er bij Ethereum Classic uitgevoerd?

Eigenschappen van Ethereum Classic

Ether en GAS

 

Blokketen, blockchain

 

Wat is het verschil tussen Ethereum Classic en Ethereum?

Ethereum Classic is een afsplitsing van Ethereum, maar de beide blockchains zijn nog steeds sterk met elkaar verbonden. Zowel de cryptocurrency van Ethereum Classic (ETC) als de cryptocurrency van Ethereum (ETH) zijn gebaseerd op ‘ether’. Hoewel de beide platformen ernaar hebben gestreefd om de onderlinge compatibiliteit en interoperabiliteit te behouden, zijn er toch een aantal verschillen waardoor ze zich van elkaar onderscheiden. Terwijl het maximale aanbod van ETC is beperkt tot 210.700.000 coins, is het aanbod van ETH in principe onbeperkt. ETC en ETH verschillen ook in waarde van elkaar. Terwijl ETH ongeveer een waarde vertegenwoordigt van ongeveer € 2.358,31 (maart 2022), vertegenwoordigt ETC ongeveer een waarde van € 23.51 (maart 2022). Een ander groot verschil is te zien in de plannen van de afzonderlijke blockchain-platformen. Zo is Ethereum van plan om over te schakelen naar het Proof of Stake-protocol. Ethereum Classic daarentegen is voorlopig van plan om door te gaan met het Proof of Work-protocol. Dat betekent dat ETC en ETH uiteindelijk op een hele andere manier worden gegenereerd.

 

Proof of Work en EVM-bytecode

Net zoals Bitcoin en Ethereum is ook Ethereum Classic gebaseerd op gedistribueerde grootboektechnologie. Het blockchain-platform maakt niet alleen digitale transacties met ETC mogelijk, maar biedt ook smart contract-functionaliteit. Net zoals Bitcoin en Ethereum maakt Ethereum Classic gebruik van het consensus-mechanisme Proof of Work (PoW), om nieuwe blokken aan de blokketen toe te voegen. Daarbij wordt gebruikgemaakt van de rekenkracht (hashrate) van crypto-miners. Ethereum Classic biedt net zoals Ethereum een gedecentraliseerde turingcomplete virtuele machine: de Ethereum Virtual Machine (EVM). Deze EVM kan scripts uitvoeren die zijn geschreven in de programmeertaal Solidity. De brandstof voor de transacties binnen de blockchain van Ethereum Classic is het zogenaamde ‘GAS’.

 

 

Aanval op The DAO en afsplitsing van Ethereum

De geschiedenis van Ethereum Classic begon in de zomer van 2016, toen een hacker een aanval uitvoerde op ‘The DAO’, een digitaal investeringsproject op de Ethereum-blockchain. De aanvaller had misbruik gemaakt van een bug in de smart contract-code, waardoor hij een grote hoeveelheid aan ether (ETH) kon wegsluizen naar een andere locatie. Doordat er een bewaarperiode gold van 28 dagen, kon de ETH nog niet definitief door de aanvaller uit The DAO worden weggesluisd. Deze bewaarperiode was bedoeld om beleggers die deelnamen aan het project, de gelegenheid te geven om op hun beslissing ten aanzien van hun investering terug te komen. Deze bewaarperiode gaf de Ethereum-community nog wat tijd om zich te beraden over welke maatregelen er genomen moesten worden, om de ether nog te kunnen redden. De ether werd bewaard in een zogenaamde ‘child-DAO’. Wanneer er verder geen actie zou worden ondernomen, dan kon de aanvaller de ETH na 28 dagen overhevelen naar een door hem (of haar) zelf beheerde eigen rekening. In dat geval zou de ETH niet meer door de Ethereum-community kunnen worden teruggevorderd.

 

Hard fork

Om de ether toch te kunnen terugvorderen besloot de Ethereum-community tot het uitvoeren van een ‘hard fork’, waardoor de Ethereum-blockchain in tweeën splitste. De oorspronkelijke (oude) blockchain – waarbij de transactiegeschiedenis in principe ongewijzigd was gebleven – ging verder onder de nieuwe naam Ethereum Classic (ETC). De veranderde (nieuwe) blockchain behield de originele naam Ethereum (ETH). Door de aangebrachte wijzigingen werd de hack als het ware ongedaan gemaakt, alsof die nooit binnen de Ethereum-blockchain had plaatsgevonden. Vervolgens kon de ETH weer worden teruggeven aan de beleggers.

Pijlen, afsplitsing Ethereum Classic.

 

Oude modus

De hard fork lag erg gevoelig binnen de Ethereum-community. Een deel van de community vond dat een dergelijke ingreep in een blockchain-ecosysteem niet verenigbaar was met de achterliggende gedachte achter blockchaintechnologie, waarbij transacties ‘permanent’ en ‘onveranderbaar’ werden opgeslagen. Deze mensen pleitten voor een absolute onveranderlijkheid van de blockchain en koesterden het concept dat ‘code wet is’, waaraan niet mag worden getornd. Dit deel van de community sloot zich dan ook aan bij Ethereum Classic, de blockchain die in de oude modus verderging.

 

Bloknummer 1.920.000

De hard fork werd uitgevoerd bij bloknummer 1.920.000. Dit was dus het eerst blok dat geen deel meer uitmaakte van de nieuwe Ethereum-blockchain. Het originele blockchain-protocol van Ethereum – de Proof of Work waarbij crypto-miners nieuwe transactie-blokken genereren en tegelijkertijd het netwerk beveiligen – gaat gepaard met zeer veel energieverbruik. De mining-rigs moeten immers zware berekeningen uitvoeren om de cryptografische puzzels binnen de blockchain op te lossen. Bij Proof of Work geldt in principe: hoe geavanceerder en sneller de mining-hardware, hoe hoger de hashsrate. En hoe hoger de hashrate, hoe groter de kans dat een crypto-miner het volgende blok aan de blokketen kan toevoegen (en dus de blokbeloning kan opstrijken). Daarom maakt Ethereum de overstap naar een alternatief (duurzamer) consensus-algoritme: Proof of Stake (PoS).

 

Proof of Stake

In plaats van crypto-mining hanteert het Proof of Stake-algoritme een validatieproces, waarbij één node (knooppunt) willekeurig wordt gekozen om het volgende blok te valideren. Bij PoS zijn geen crypto-miners meer betrokken, maar in plaats daarvan zijn er de zogenaamde ‘validators’. De nieuwe blokken worden niet door de validators ‘gemined’, maar ‘aangemunt’. De validators worden niet volledig willekeurig gekozen. Wanneer een node dienst wil doen als validator, dan moet hij een bepaalde hoeveelheid cryptocurrency’s binnen de blockchain opslaan. Deze hoeveelheid aan opgeslagen coins is de ‘stake’. De stake kan in principe worden beschouwd als ‘borg’. De hoogte van de stake bepaalt hoeveel kans een validator heeft, om te worden gekozen om het volgende blok te mogen aanmunten.

 

Voorbeeld van Proof of Stake

Stel nu dat Lotte 100 euro binnen de blockchain opslaat en Daan een bedrag van 1000 euro. In dit geval heeft Daan 10 keer meer kans om te worden gekozen, om het volgende blok te mogen aanmunten. Op het eerste gezicht lijkt dit proces niet erg eerlijk. Degene met het meeste geld wordt immers bevoordeeld. Maar in werkelijkheid is dit systeem veel eerlijker dan een validatieproces met behulp van het Proof of Work-algoritme. Bij Proof of Work maken rijke deelnemers gebruik van de kracht van ‘schaaleconomieën’. De kosten die de crypto-miners moeten maken voor de dure geavanceerde mining-hardware en de elektriciteit om de hashrate te genereren, gaan niet rechtlijnig omhoog. Hoe meer miners investeren in het mining-proces, hoe meer het ze zal opleveren qua beloning. Met andere woorden: hoe rijker de miners, hoe meer ze kunnen investeren en hoe meer ze zullen verdienen.

Blockchain

Geldige blokken

Bij Proof of Stake wordt een node gekozen om het volgende blok te valideren. Deze aangewezen node controleert vervolgens of alle transacties die in het nieuwe blok zijn opgenomen, ook daadwerkelijk geldig zijn. Als dit inderdaad het geval is, dan wordt het blok afgemeld en aan de blokketen toegevoegd. Als beloning ontvangt de node de vergoedingen die gekoppeld zijn aan iedere transactie. Een belangrijke vraag bij Proof of Stake is: hoe kunnen de andere validators binnen de blockchain worden vertrouwd? Hierbij speelt de stake een hele belangrijke rol. Op het moment dat de validators een malafide transactie binnen het netwerk goedkeuren, dan verliezen zij een deel van de stake die ze als borg hebben opgeslagen. Zolang de stake hoger is dan de transactievergoedingen voor de validators, kan er in principe van uit worden gegaan dat de validators legitiem handelen. Er valt immers geen enkel voordeel te behalen om de stake op het spel te zetten, voor een veel lagere vergoeding. Wanneer een node zijn activiteiten binnen de blockchain staakt, dan worden de stake en de transactievergoedingen na een bepaalde periode vrijgegeven aan de deelnemers. De reden dat de stake en de vergoedingen niet direct worden vrijgegeven is simpel: de blockchain moet een malafide deelnemer nog steeds kunnen straffen, als bepaalde gevalideerde blokken ongeldig blijken te zijn.

 

Centralisering

De verschillen tussen Proof of Work en Proof of Stake zijn dus groot. PoS stelt niet iedereen in de gelegenheid om nieuwe blokken aan de blockchain toe te voegen, maar selecteert slechts enkele validators. Daardoor kan het energieverbruik bij PoS aanzienlijk worden verlaagd. Tevens is Proof of Stake meer ‘gedecentraliseerd’ dan Proof of Work. Bij PoW werken de crypto-miners vaak samen in grote ‘mining pools’, waarbij de rekenkracht van grote aantallen mining-rigs wordt gebundeld. Doordat de mining pools een hoge hashrate kunnen genereren, neemt ook de kans op het vinden van nieuwe blokken toe. Deze mining pools ‘beheersen’ echter een groot deel van het blockchainnetwerk, waardoor de ‘centralisatie’ binnen het netwerk sterk toeneemt. Het gevaar van centralisatie binnen een blockchain-ecosysteem is dat de grote mining pools samen een meerderheid vormen, en vervolgens de macht hebben om malafide ongeldige transacties te valideren.

 

Kwetsbaarheden

Proof of Stake biedt niet alleen een oplossing voor het gevaar van centralisering van de blockchain. Het opzetten van een node binnen een PoS-netwerk, is ook veel goedkoper dan het opzetten van een mining-rig binnen een PoW-netwerk. Bij Proof of Stake is geen dure hardware nodig, waardoor meer mensen in staat worden gesteld om een node op te zetten en aan de blockchain deel te nemen. Hierdoor wordt het netwerk meer gedecentraliseerd en de veiligheid vergroot. Maar ook het PoS-algoritme is niet perfect en kent een aantal kwetsbaarheden.

 

51%-aanval

Een van die kwetsbaarheden is de zogenaamde ’51%-aanval’. Stel dat een deelnemer een ‘meerderheids-stake’ in het netwerk aanschaft. Dan zou diegene de controle over de blockchain kunnen overnemen, frauduleuze transacties kunnen goedkeuren en deze als geldig aan de blokketen kunnen toevoegen. De kwetsbaarheid van een 51%-aanval was ook een van de problemen bij het Proof of Work-algoritme. Als een enkele crypto-miner of een groep crypto-miners op een bepaald moment in staat zouden zijn om minstens 51 procent van de rekenkracht te leveren, dan zouden ze in principe de controle over de blockchain kunnen overnemen.

 

 

Validators moeten zorgvuldig worden gekozen

Bij Proof of Stake is de kans op een 51%-aanval een stuk kleiner dan bij Proof of Work, omdat de waarde van de hoeveelheid cryptocurrency’s hierbij een grote rol speelt. De Bitcoin-blockchain maakt gebruik van het Proof of Work-algoritme, maar stel nu eens dat we het PoW-protocol van Bitcoin zouden vervangen voor Proof of Stake. Het bemachtigen van 51% van de coins betekent een bezit van bijna 80 miljard Amerikaanse dollars. Daarom is de kans op een 51%-aanval bij PoS vele malen kleiner. Bij Proof of Stake is het belangrijk dat de PoS-algoritmes de validators zorgvuldig kiezen. Het kiezen van de validators gaat niet helemaal willekeurig, omdat ook de grootte het crypto-bezit (de stake) moet worden ingecalculeerd. De stake is echter niet doorslaggevend bij het kiezen van de validators, want dat zou immers de rijksten bevoordelen.

 

Op coin-leeftijd gebaseerde selectie

Daarom zijn er een aantal maatregelen genomen die een oplossing moeten bieden voor dit probleem. Een van die oplossingen is de zogenaamde ‘op coin-leeftijd gebaseerde selectie’. Daarbij worden nodes gekozen op basis van het moment waarop hun coins als stake zijn ingezet. De leeftijd van de coins wordt berekend door het aantal dagen dat de coins als inzet zijn vastgehouden, te vermenigvuldigen met het aantal munten dat is ingezet.

 

Reserve validators

Een ander probleem bij het Proof of Stake-algoritme doet zich voor wanneer het blockchain-protocol een validator aanwijst, die vervolgens niet komt opdagen om zijn ‘werk’ te doen. Dit probleem kan eenvoudig worden opgelost door een groot aantal ‘reserve validators’ te kiezen waarop kan worden teruggevallen als dat nodig is. Proof of Stake biedt dus verschillende voordelen ten opzichte van Proof of Work – zoals minder energieverbruik en minder risico van centralisering van het blockchainnetwerk – maar gaat zelf ook gepaard met risico’s. Daarom is er nog veel onderzoek nodig om de exacte risico’s van het PoS-protocol beter te begrijpen en deze risico’s verder te beperken.

 

51%-aanvallen bij Ethereum Classic

Ethereum Classic is meerdere keren het doelwit geweest van een 51%-aanval. Meestal ging het alleen maar om speculaties en geruchten over op handen zijnde aanvallen, maar op 8 januari 2019 werd het netwerk van Ethereum Classic daadwerkelijk getroffen door een aanval. De aanval leidde ertoe dat de cryptohandelsbeurs Coinbase alle ETC-transacties, opnames en stortingen volledig stopzette. Bij de 51%-aanval werden meer dan 100 transactie-blokken ‘gereorganiseerd’. Met andere woorden: de transactiegeschiedenis werd veranderd. Coinbase beweerde op zijn website dat ze hadden ontdekt dat er ongeveer 88.500 ETC dubbel gespendeerd was. Een bedrag dat neerkomt op ongeveer 460.000 Amerikaanse dollar. Een analist van de crypto-exchange had een abnormale hashrate gedetecteerd, afkomstig van één enkele mining-pool.

 

Niet absoluut en permanent

De aanvaller(s) hadden dus kans gezien om bijna een half miljoen dollar aan ETC dubbel te spenderen door de geschiedenis – of althans een gedeelte daarvan – van het Ethereum Classic-netwerk te herschrijven. Deze 51%-aanval liet goed zien hoe ingewikkeld het is om een betrouwbare publieke blockchain te bouwen. Daarnaast liet de aanval zien dat ook de transacties op de blockchain van Ethereum Classic niet absoluut en permanent zijn.

 

Tweede 51%-aanval op Ethereum Classic

Op 31 augustus 2020 werd Ethereum Classic voor de tweede keer getroffen door een geslaagde 51%-aanval. Een crypto-miner genereerde een reeks van meer dan 3500 transactie-blokken, als één enorme fork van blok 10.904.146 tot blok 10.907.740. De miner had deze blokken urenlang gemined en daarna uitgezonden naar de andere crypto-miners. Doordat de blokkenreeks van de aanvaller ‘zwaarder’ was dan de blokketen die was gebouwd door de andere crypto-miners, moesten ze deze transactie-blokken accepteren als geldig. Hierdoor werd de transactie-geschiedenis binnen het blockchainnetwerk, effectief vervangen door die van de aanvaller. Later bleek ook nog eens dat niet alle nodes binnen de blockchain de gebeurtenis even goed hadden verwerkt. Dat betekent dat niet alle software die door de nodes en de crypto-miners werd uitgevoerd zich hetzelfde gedroeg. Toen de aanvaller zijn ‘geforkte’ blokken aan het minen was, publiceerde hij ze eigenlijk niet. Daardoor had niemand in de gaten wat er precies gebeurde.

 

Gevolgen van de aanval

De 51%-aanval had gevolgen voor zowel gebruikers als de crypto-miners. Sommige overdrachten van ETC werden niet opgenomen in de nieuwe blockchain. Iemand die gedurende de aanval ETC had overgemaakt kon deze niet meer zien in zijn of haar crypto-wallet. Ook verschillende crypto-miners hadden tijdens de aanval waarschijnlijk een grote hoeveelheid ETC verloren. Daarnaast hadden ze veel energie verspild, omdat ze hun hashrate hadden gebruikt om transactie-blokken te minen op de verkeerde blokketen. Het vertrouwen in blockchain-ecosystemen die waren gebaseerd op het Proof of Work-algoritme had door de aanval een flinke deuk opgelopen. De PoW-netwerken werden immers meestal als veiliger beschouwd dan andere consensus-protocollen.

Een hacker achter zijn laptop.

Derde 51%-aanval op Ethereum Classic

Nog geen week later – op 6 augustus 2020 – was het weer raak. Ethereum Classic werd voor de derde keer geconfronteerd met een 51%-aanval. Deze aanval werd uitgevoerd door dezelfde aanvaller die de tweede aanval op Ethereum Classic had uitgevoerd. Ook dit keer vond er een massale reorganisatie van transactie-blokken plaats (4236 blokken in totaal). Het ging om de blokken van 10.935.623 tot 10.939.858. De aanval had ruim 15 uur geduurd. Ditmaal probeerde de aanvaller om zo’n 465.444 ETC dubbel te spenderen, een bedrag gelijk aan ongeveer 3,3 miljoen Amerikaanse dollar. Hij slaagde erin om ETC uit te geven via verschillende crypto-exchanges. Daarnaast ontving de aanvaller ook nog eens een blokbeloning. De transactie-blokken die door de aanvaller werden gemined, omvatten transacties waarbij de aanvaller zijn (of haar) ETC naar verschillende, door hem of haar beheerde crypto-wallets verzond. Net zoals bij de tweede 51%-aanval waren ook deze transacties voor niemand zichtbaar, omdat ze niet werden gepubliceerd.

 

Vierde 51%-aanval op Ethereum Classic

Ook een vierde 51%-aanval op de blockchain van Ethereum Classic bleef niet uit. Op 29 augustus – drie weken na de derde aanval – was het alweer zover. Dit keer was er sprake van een reorganisatie van ongeveer 7000 transactie-blokken. Na de reeks aanvallen werd er besloten om een wijziging aan te brengen in het onderliggende consensus-mechanisme. Vervolgens werd het Proof of Work-algoritme Ethash (dat ook werd gebruikt op de Ethereum-blockchain) gewijzigd in het Proof of Work-algoritme Etchash. Deze upgrade (de ‘Thanos-hardfork’) werd uitgevoerd bij blok 11.700.000. Door deze wijziging waren bepaalde toepassingsspecifieke geïntegreerde schakelingen (de zogenaamde ASIC’s) niet meer in staat om het nieuwe consensus-algoritme te verwerken. Met andere woorden: deze ASIC’s konden geen ETC meer minen.

 

Kleiner DAG-bestand

Door de upgrade werd ook het ‘DAG-bestand’ van het Ethereum Classic-netwerk kleiner. DAG staat voor Directed Acyclic Graph. Het DAG-bestand is een essentieel onderdeel van het mining-proces binnen de ETC-blockchain. Het DAG-bestand groeit in de loop van de tijd en moet tijdens het minen in het GPU-geheugen worden geladen. Door het verkleinen van het DAG-bestand werden ook GPU’s van 3 en 4 GB in staat gesteld om op de blockchain van Ethereum Classic te minen. Hierdoor kon de netwerkbeveiliging worden versterkt. De mining-periode van Ethereum Classic werd verdubbeld van 30.000 blokken naar 60.000 blokken, waardoor de toename van het DAG-bestand aanzienlijk werd vertraagd. Door de genomen maatregelen werd voorkomen dat de ‘Ethash-miners’ gemakkelijk konden overstappen naar de blockchain van Ethereum Classic, dat nu gebruikmaakte van het Etchash-algoritme.

Welke upgrades werden er bij Ethereum Classic uitgevoerd?

Net zoals Ethereum voerde ook Ethereum Classic de afgelopen jaren een aantal upgrades uit, om het blockchainnetwerk veiliger te maken en verder te optimaliseren. Deze upgrades waren:

 

Die Hard-upgrade

In januari 2017 werd de zogenaamde ‘Die Hard-upgrade’ uitgevoerd. Deze upgrade werd uitgevoerd bij blokhoogte 3.000.000. De Die hard-upgrade had als voornaamste doel het vertragen van de effecten van de zogenaamde ‘moeilijkheidsbom’. Deze moeilijkheidsbom is een blockchain-mechanisme waarbij het netwerk als het ware wordt ‘bevroren’. Een ‘bevriezing’ van het blockchainnetwerk maakt het minen van transactie-blokken voor crypto-miners een stuk moeilijker. Wanneer de ‘moeilijkheidsgraad’ voor het minen van blokken binnen het netwerk teveel toeneemt, dan neemt automatisch ook de ‘bloktijd’ toe.

Bloktijd

De bloktijd is de tijd waarbinnen de crypto-miners een nieuw blok vinden om aan de blokketen toe te voegen. Het is dan moeilijker om nieuwe blokken te vinden. Als het langer duurt voordat er nieuwe transactie-blokken worden gegenereerd, dan raakt het netwerk min of meer bevroren. De Die Hard-upgrade moest de bevriezing van de blockchain vertragen. De moeilijkheidsbom werd ooit binnen het Ethereum-protocol geïntegreerd om de crypto-miners te motiveren, om over te stappen van het Proof of Work-algoritme naar het Proof of Stake-algoritme. Een moeilijk te minen blockchain maakt het immers veel lastiger om beloningen te verdienen en is financieel gezien veel minder interessant. In het voorjaar van 2018 werd de moeilijkheidsbom van Ethereum Classic bij blokhoogte 5.900.000 uitgeschakeld. Daarmee werd duidelijk dat Ethereum Classic voorlopig niet van plan is om afscheid te nemen van het PoW-protocol.

 

Gotham-upgrade

De Gotham upgrade werd op 11 december 2017 uitgevoerd bij blokhoogte 5.000.000. De upgrade had tot doel het realiseren van een voorspelbaar monetair beleid en het introduceren van zogenaamde ‘emissieschema’s’ geïnspireerd op de Bitcoin-blockchain. De upgrade moest ervoor zorgen dat het huidige monetaire beleid van Ethereum Classic werd aangepast, aan een beleid dat een bovengrens stelde aan het aantal uitgegeven cryptocurrency’s. Daarnaast moest ook de snelheid waarmee ETC in de loop van de tijd in de blockchain werd geïntroduceerd worden verlaagd. Hierdoor kon de veiligheid van Ethereum Classic aanzienlijk worden vergroot.

 

Monetair beleid

Met deze upgrade werd het totale aanbod cryptocurrency’s gemaximeerd op ETC 210.700.000. Hierdoor ontstond er een ‘deflatoir emissieschema’, dat is gedocumenteerd in ECIP 1017. ECIP staat voor ‘Ethereum Classic Improvement Proposals’ en verwijst naar technische beschrijvingen van voorgestelde wijzigingen, in het blockchain-protocol van Ethereum Classic. Het emissieschema – dat ook bekend staat als ‘5M20’ – verminderde de blokbeloning met 20% per 5.000.000 blokken. De blokbeloning werd met 20% verlaagd tot 4 ETC per blok. Op 17 maart 2020 werd de blokbeloning verlaagd met 20% tot 3.2 ETC per blok. Dit deflatoire emissieschema van Ethereum Classic is vergelijkbaar met de blokhalvering bij Bitcoin.

 

Atlantis-upgrade

De upgrade ‘Atlantis’ – die werd geactiveerd in het najaar van 2019 – maakte een aantal opmerkelijke veranderingen aan het blockchain-protocol mogelijk. Deze upgrade (die je in feite ook kunt beschouwen als een hard fork) werd uitgevoerd op blokhoogte 8.772.000. Atlantis had als voornaamste doel om de functionaliteit en stabiliteit van Ethereum Classic te vergroten en de risico’s van een 51%-aanval te verkleinen. Een ander belangrijk doel van deze upgrade was om de interoperabiliteit van Ethereum Classic met de blockchain van Ethereum te verbeteren. Door de Atlantis-upgrade zou de samenwerking tussen de twee blockchain-ecosystemen worden bevorderd en de schaalbaarheid worden vergroot.

Logo Ethereum Classic, ETC

Agharta-upgrade

De upgrade ‘Agharta’ werd in januari 2020 geactiveerd op blokhoogte 9.573.000. Het voornaamste doel van de Agharta-upgrade was om de mogelijkheden van de Ethereum Virtual Machine (EVM) te verbeteren. Daarom werden er verschillende zogenaamde ‘opcodes’ toegevoegd aan de blockchain van Ethereum Classic. Ook deze upgrade beoogde het verbeteren van de wisselwerking met de blockchain van Ethereum.

 

Phoenix-upgrade

In het voorjaar van 2020 voerde Ethereum Classic de Phoenix-upgrade uit bij blokhoogte 10.500.839. Deze upgrade had eveneens tot doel om de mogelijkheden met de EVM en de interoperabiliteit met de Ethereum-blockchain te verbeteren. Ook bij de Phoenix-upgrade werden verschillenden opcodes aan de blockchain van Ethereum Classic toegevoegd, die allemaal sinds eind 2019 in gebruik waren binnen de blockchain van Ethereum.

 

Thanos-upgrade

De Thanos-upgrade werd eind november 2020 geïmplementeerd op blokhoogte 11.700.000, naar aanleiding van een reeks 51%-aanvallen op de blockchain van Ethereum Classic. Het voornaamste doel van de upgrade was dan ook om het netwerk beter tegen dergelijke aanvallen te kunnen beschermen. Om de blockchain van Ethereum Classic beter te beveiligen, moest er meer miners-participatie mogelijk worden gemaakt. Bij deze upgrade werd het PoW-algoritme Ethash vervangen door het PoW-algoritme Etchash.

ASIC-weerstand

Daarnaast werd ook het DAG-bestand onder de 4 GB gebracht, zodat ook GPU’s met lagere verwerkingseenheden aan het mining-proces op de blockchain van Ethereum Classic konden deelnemen. De mining-periode van ETC werd verdubbeld van 30.000 blokken naar 60.000 blokken, waardoor de toename van het DAG-bestand – dat met iedere periode bleef groeien – werd vertraagd. Door de Thanos-upgrade werden de DAG-berekeningen als het ware opnieuw gekalibreerd. De oorspronkelijke bedoeling van het DAG-bestand was om ASIC-weerstand te bieden tegen het mining-protocol, om zodoende ‘centralisatie’ van de blockchain te voorkomen. Door de upgrade kon er een objectieve eerlijke verdeling van cryptocurrency’s plaatsvinden. Na de Thanos-upgrade nam de participatie van nieuwe crypto-miners toe en steeg de hashrate aanzienlijk. Hierdoor werd de beveiliging van het Ethereum Classic-netwerk versterkt.

 

Magneto-upgrade

De Magneto-upgrade werd in juli 2021 uitgevoerd op blokhoogte 13.189.133. De upgrade bevatte een aantal voorstellen om GAS-transacties binnen het netwerk van Ethereum Classic verder te optimaliseren. Door deze optimalisatie moet ook de beveiliging van de blockchain worden versterkt. De Magneto-upgrade bracht ETC op één lijn met de ‘Berlin-upgrade’ van Ethereum.

 

Mystique-upgrade

De Mystique-upgrade werd in februari 2022 uitgevoerd bij blokhoogte 14.525.000. De upgrade was vooral gericht op het behouden van de interoperabiliteit van Ethereum Classic, met het blockchainnetwerk van Ethereum. De Mystic-upgrade implementeerde de wijzigingen die na de ‘London-upgrade’ op de Ethereum-blockchain waren doorgevoerd.

 

Eigenschappen van Ethereum Classic

Ethereum en Ethereum Classic zijn wezenlijk anders dan Bitcoin. Net zoals bij Bitcoin en tal van andere crypto-activa wordt de geldigheid van iedere ETC binnen de blockchain geleverd door het netwerk. De blockchain wordt gevormd door een continu groeiende lijst van ‘records’ oftewel ‘transactie-blokken’. Deze blokken zijn aan elkaar gekoppeld en beveiligd door middel van cryptografie. In tegenstelling tot de Bitcoin-blockchain werkt de blockchain van Ethereum Classic niet met zogenaamde niet-uitgegeven transactie-outputs (UTXO’s), maar met rekeningen (accounts) en saldi. Deze opzet wordt aangeduid als ‘state transitions’.

 

State transitions

Bij transacties binnen de Bitcoin-blockchain speelt de ‘Merkle-tree’ een belangrijke rol. Dit is een wiskundige gegevensstructuur die volledig is samengesteld, uit de hashes van verschillende transactie-blokken. De Merkle-tree is als het ware een samenvatting van alle transacties in een blok. De gegevens van de Merkle-tree worden geverifieerd door de zogenaamde ‘Merkle-root’. Deze Merkle-root bestaat uit alle gehashte transactie-hashes binnen iedere transactie. De Merkle-root zorgt ervoor dat de inhoud van de blokken binnen de blockchain, op een veilige en efficiënte manier kunnen worden gecontroleerd. Bij ‘state transitions’ verloopt het transactie-proces anders. De ‘staat’ wordt niet opgeslagen binnen het blockchainnetwerk, maar in een zogenaamde ‘Merkle Patricia-trie’. Patricia staat voor: Practical Algorithm To Retrieve Information Coded In Alphanumeric. Deze Merkle Patricia-trie (ook wel Radix-trie genoemd) is één van de belangrijkste datastructuren voor de opslag-laag van de Ethereum-blockchain.

 

Merkle trees

In tegenstelling tot Bitcoin gebruikt Ethereum niet één enkele Merkle-tree, maar drie verschillende Merkle’s.

  • State-tree
    De state-tree geeft de ‘staat’ van het blok weer. Daarnaast bevat de state-tree informatie over de accounts.
  • Transaction-tree
    De transaction-tree bevat informatie over de uitgevoerde transacties.
  • Receipts-tree
    De receipts-tree bevat onder meer informatie over het verbruikte ‘GAS’ en het huidige saldo van een account.

Benzinepomp, GAS is de brandstof voor transacties op de blockchain van Ethereum Classic.

Ether en GAS

Bij transacties op de blockchain van Ethereum Classic wordt gebruikgemaakt van een crypto-wallet. Deze wallet slaat de publieke en private ‘sleutels’ of ‘adressen’ op, die kunnen worden gebruikt om ETC te verzenden of te ontvangen. Om ETC naar een bepaald account te verzenden is de zogenaamde ‘Keccak-256-hash’ van de publieke sleutel van dat desbetreffende account nodig. Keccak-256 is het oorspronkelijke algoritme van zowel Ethereum als Ethereum Classic. Wat ETH is voor de Ethereum-blockchain, is ETC voor de blockchain van Ethereum Classic. Voor beide blockchain-platformen is ‘ether’ het fundamentele cryptocurrency-token. Bij iedere transactie wordt een bepaalde hoeveelheid brandstof verbruikt. Deze brandstof wordt ‘GAS’ genoemd. ETC en ETH worden gebruikt om voor dat GAS te betalen. Hoewel ETC en ETH allebei worden aangeduid als ether – Ethereum en Ethereum Classic zijn immers van elkaar afgesplitst – zijn het verschillende cryptocurrency’s.

 

Terug naar boven ↑

 

Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van blockchaintechnologie? Meld je dan nu aan voor de blogpost!

 

Meld je aan voor de blogpost!
Ik ga ermee akkoord dat mijn naam en e-mailadres worden gedeeld met Mailchimp.
Met de blogpost van Uitleg Blockchain blijf je automatisch op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen omtrent de blockchain technologie.
We hebben een hekel aan spam. Uw e-mailadres zal niet worden verkocht of gedeeld met anderen (afgezien van het marketing automation platform dat wij gebruiken voor onze e-maillijst).